lämpades

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • läm·pa·des
Naar frequentie 160624

Bijvoeglijk naamwoord

lämpades

  1. bepaald genitief gemeenschappelijk geslacht van lämpad

Bijvoeglijk naamwoord

lämpades

  1. onbepaald genitief meervoud van lämpad

Werkwoord

lämpades

  1. verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van lämpa

Werkwoord

låt oss lämpades

  1. eerste persoon meervoud gebiedende wijs van lämpa

Werkwoord

må lämpades

  1. tegenwoordige tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van lämpa

Werkwoord

skall lämpades

  1. toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van lämpa

Werkwoord

skulle lämpades

  1. tegenwoordige tijd voorwaardelijke wijs bedrijvende vorm van lämpa

Werkwoord

skulle lämpades

  1. verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van lämpa