kwam af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwam af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afkomen

kwam af

  1. enkelvoud verleden tijd van afkomen
    • Ik kwam af. 
    • Jij kwam af. 
    • Hij, zij, het kwam af. 


Gangbaarheid