kwakzalft
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwak·zalft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwakzalven |
kwakzalft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwakzalven
- Jij kwakzalft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwakzalven
- Hij kwakzalft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kwakzalven
- Kwakzalft!