kunstvlieg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kunstvlieg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kunst·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kunstvlieg | kunstvliegen |
verkleinwoord | kunstvliegje | kunstvliegjes |
Zelfstandig naamwoord
- afbeelding van een vlieg
- ▸ Het was een kunstvlieg, door de werkster in de pot vastgeplakt teneinde de mannen iets te geven om op te richten: een realistische variant op het in pisbakken bevestigde muntje.[2]
- door de mens gemaakte vlieg die men gebruikt bij het sportvissen
- ▸ Naast het leren maken van tuigjes kunnen de bezoekers deelnemen aan fileerwedstrijden, kunstvliegen binden en vliegwerptechnieken aanleren.[3]
Gangbaarheid
- Het woord kunstvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Kunstvliegen binden en tuigjes maken” (28 maart 2007), Reformatorisch Dagblad