krimp in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krimp in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inkrimpen

krimp in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkrimpen
    • Ik krimp in. 
  2. gebiedende wijs van inkrimpen
    • Krimp in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkrimpen
    • Krimp je in? 


Gangbaarheid