korfbalt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • korf·balt

Werkwoord

vervoeging van
korfballen

korfbalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
    • Jij korfbalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
    • Hij korfbalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van korfballen
    • Korfbalt!