kopschopkakker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kop·schop·kak·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kopschopkakker | kopschopkakkers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kopschopkakker m
- persoon uit een welgesteld milieu die een ander zodanig hard tegen het hoofd schopt dat die persoon overlijdt
Gangbaarheid
- Het woord 'kopschopkakker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.