koorddansen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koord·dan·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
koorddansen
koorddanste
gekoorddanst
zwak -t volledig

Werkwoord

koorddansen

  1. over een gespannen touw of een staaldraad lopen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen