koop vrij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koop vrij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vrijkopen

koop vrij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijkopen
    • Ik koop vrij. 
  2. gebiedende wijs van vrijkopen
    • Koop vrij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijkopen
    • Koop je vrij? 


Gangbaarheid