koop af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- koop af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkopen |
koop (…) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkopen
- Ik koop af.
- gebiedende wijs van afkopen
- Koop af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkopen
- Koop je af?
Gangbaarheid
- Het woord koop af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.