koog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koog kogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koogv / m

  1. stuk buitendijks land
    • Een koog is een stuk buitendijks land, in het geval van Koog aan de Zaan is het dat de Kogerhem gelegen aan de Zaan iets ten noorden van de snelweg A8. Eenzelfde betekenis hebben ook de dorpen Kaag in Zuid-Holland en De Koog op Texel. [3] 
  2. polder

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen