kondschapt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kondschapt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kond·schapt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kondschappen |
kondschapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kondschappen
- Jij kondschapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kondschappen
- Hij kondschapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kondschappen
- Kondschapt!