komt tekort

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • komt te·kort
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tekortkomen

komt tekort

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekortkomen
    • Jij komt tekort. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekortkomen
    • Hij komt tekort. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tekortkomen
    • Komt tekort! 


Gangbaarheid