knoepert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knoe·pert
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knoepert | knoeperts |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kanjer.
- Wat een knoepert van een puist.
Gangbaarheid
- Het woord 'knoepert' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.