knepen samen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kne·pen sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenknijpen

knepen (...) samen

  1. meervoud verleden tijd van samenknijpen
    • Wij knepen samen. 
    • Jullie knepen samen. 
    • Zij knepen samen.