knepen samen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kne·pen sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenknijpen |
knepen (...) samen
- meervoud verleden tijd van samenknijpen
- Wij knepen samen.
- Jullie knepen samen.
- Zij knepen samen.
- Wij knepen samen.