klagerig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kla·ge·rig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van klagen met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | klagerig | klageriger | klagerigst |
verbogen | klagerige | klagerigere | klagerigste |
partitief | klagerigs | klagerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
klagerig [1]
- op een droevige, klagende toon
- Mercedes-coureur Hamilton had tot dan toe de wedstrijd geleid, maar leek zich niet senang meer te voelen op de nieuwe, bredere Pirelli-banden. Over de boordradio repte hij van te weinig grip, terwijl zijn Ferrari-concurrent Vettel - juist bekend om klagerig radioverkeer - geen seconde te horen was. En dat bleek een voorbode van de uitslag: de Ferrari van Vettel bleek een betere raceauto dan de Mercedes van Hamilton, die de afgelopen jaren zo overheersend was geweest.[2]
- Maar het duurde nog tot ver in de jaren twintig totdat veel mensen thuis een radiotoestel hadden. Historische radio-uitzendingen zijn helaas niet op woorden te doorzoeken, oude kranten wel. Daarin vond ik de luisteraars thuis vanaf 1929. Het eerst in een klagerig stuk getiteld ‘Wij wachten op radio-muziek’.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord klagerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klagerig" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 26 maart 2017
- ↑ NRC Ewoud Sanders 28 september 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be