kinsena
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kin·se·na
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Antiliaans - Nederlands [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinsena | kinsena's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) (tijdrekening) termijn van een halve maand (15 dagen) waarover men loon betaalt
Gangbaarheid
- Het woord kinsena staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.