kindercrèche
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kin·der·crè·che
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kind en crèche met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kindercrèche | kindercrèches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- bewaarplaats voor zuigelingen en kleuters
- Maar dat doet er niet aan af dat zijn terugblik op de jaren zeventig een interessant boek heeft opgeleverd. Van Esterik maakt de balans op van apekool en vooruitgang. Hij weegt de onzin van een kindercrèche met Lenin, maar zonder de ‘kapitalist’ Dagobert Duck, goed af tegen zin van de sociale verbreding van universiteit of stadsvernieuwing. [1]
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kindercrèche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Hubert Smeets 30 september 2016