kern

Uit WikiWoordenboek
[2] In de kern van een pruim zit een pit.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kern
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘binnenste, essentie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kern kernen
verkleinwoord kerntje kerntjes

Zelfstandig naamwoord

kern v/m

  1. het meest belangrijke
    • De kern van het verhaal was dat er bezuinigd moest worden. 
  2. het binnenste of midden
    • In de kern van een pruim zit een pit. 
  3. (scheikunde) het uit protonen en neutronen bestaande inwendige van een atoom
  4. (natuurkunde) het centrale deel van een elektromagneet
  5. een kern van waarheid: iets van waarheid
     Naast het feit dat er zeker een kern van waarheid in hun reactie zat, verbaasde ik me vooral over de felle toon van hun afkeuring.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord kern kerne
kerns
verkleinwoord kerntjie kerntjies

Zelfstandig naamwoord

kern

  1. kern
    «Tot die kern van die saak deurdring.»
    Tot de kern van de zaak doordringen.