kenmerkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ken·merkt

Werkwoord

vervoeging van
kenmerken

kenmerkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenmerken
    • Jij kenmerkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenmerken
    • Hij kenmerkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kenmerken
    • Kenmerkt!