keldergewelf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

keldergewelf
Uitspraak
Woordafbreking
  • kel·der·ge·welf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keldergewelf keldergewelven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het keldergewelfo

  1. holle ruimte ruimte onder een gebouw met een gemetselde, gebogen, schaalvormige bouwconstructie als zoldering
     De bedelaars, 't hutje, de treden Van 't keldergewelf, en de vrees Van 't dovende kaarsje beneden, Toen Hij uit de doden herrees.[2]
     De drie etages diepe schatkamer bevindt zich in de keldergewelven van de kerk. Er liggen relikwieën die gedateerd zijn op het begin van de jaartelling. De kerk stelt dat de staf en keten van Petrus in de kerk zijn te vinden. Nuchtere protestanten hebben daar zo hun gedachten bij, maar dat de schatten oud en waardevol zijn, valt niet te ontkennen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2022 Weblink bron
    Wim Hulsman
    “Keulse Dom in 3D te bezichtigen” (8 september 2012), Reformatorisch Dagblad