keken terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ke·ken te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugkijken

keken terug

  1. meervoud verleden tijd van terugkijken
    • Wij keken terug. 
    • Jullie keken terug. 
    • Zij keken terug. 


Gangbaarheid