kefir

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ke·fir
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Kaukasisch, in de betekenis van ‘melkwijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1899 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord kefir -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kefirm

  1. (drinken) door gisting met een mengsel van verschillende melkzuurbacteriën en gisten verkregen licht alcoholisch melkproduct
Vertalingen

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen