kantkloste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kantkloste (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑntklɔstə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kantklos·te
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kantklossen |
kantkloste
- enkelvoud verleden tijd van kantklossen
- Ik kantkloste.
- Jij kantkloste.
- Hij, zij, het kantkloste.
- Schamele kamertjes werden vredige interieurs waar kinderen speelden, vader zijn pijp rookte, moeder kantkloste en de kat bij de Leuvense stoof genoegzaam lag te spinnen (…). [1]
- Ik kantkloste.
Gangbaarheid
- Het woord 'kantkloste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.