kanji

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·ji
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Japans, in de betekenis van ‘Japanse schriftsoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1992 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kanji -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kanjim

  1. (taalkunde) schrift dat wordt gebruikt om het Japans weer te geven
  2. (taalkunde) teken in het gelijknamige schrift
Vertalingen

Gangbaarheid

20 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Catalaans

Zelfstandig naamwoord

kanji m

  1. (taalkunde) kanji


Engels

Zelfstandig naamwoord

kanji

  1. (taalkunde) kanji


Fins

Zelfstandig naamwoord

kanji

  1. (taalkunde) kanji


Frans

Zelfstandig naamwoord

kanji

  1. (taalkunde) kanji


Pools

Zelfstandig naamwoord

kanji

  1. (taalkunde) kanji