kandidatenziekte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kan·di·da·ten·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kandidatenziekte | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kandidatenziekte v
- (medisch) ingebeelde aandoening bij iemand die halverwege zijn medische opleiding is en denkt dat hij zelf de ziekte heeft die hij net aan het bestuderen is
- ▸ kandidatenziekte: bij studenten optredende ingebeelde ziekte, waarbij men zich indenkt de ziekte te hebben die men op dat moment in de leerstof bestudeert[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'kandidatenziekte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron dokterdokter“Kandidatenziekte”, dokterdokter.nl