journalistenjargon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jour·na·lis·ten·jar·gon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord journalistenjargon
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het journalistenjargono

  1. het typische taalgebruik van verslaggevers
     Zo was Poulettes snedige journalistenjargon nu eenmaal en je moest niet lichtgeraakt zijn in haar gezelschap.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691