jont

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jont

Werkwoord

vervoeging van
jonnen

jont

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jonnen
    • Jij jont. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jonnen
    • Hij jont. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jonnen
    • Jont!