jeugdverpleegkundige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeugd·ver·pleeg·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdverpleegkundige jeugdverpleegkundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jeugdverpleegkundigev / m

  1. (beroep) (medisch) een verpleegkundige met brede sociaal-geneeskundige kennis en vaardigheden op het gebied van het opgroeiend kind
     Je komt op het spreekuur van Jeugdgezondheidszorg, en wij als jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen kijken met ouders mee hoe het gaat. Het is jammer dat de ervaring van ouders soms negatief is.[1]
     In Nederland is de GGD verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg aan asielzoekerskinderen. Op ieder asielzoekerscentrum is een jeugdverpleegkundige van de GGD aanwezig, die alle kinderen onderzoekt en ook kijkt naar psychische problemen. De GGD zegt voorbereid te zijn op de hoge instroom asielzoekerskinderen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022 Weblink bron
    Elise Vermeeren
    “We gaan massaal, maar waarom vinden ouders bezoek aan consultatiebureau soms zo moeilijk?” (02-05-2022), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022 Weblink bron
    Karin Bakker
    “Kinderombudsman richt Europese taskforce op voor asielkinderen” (26-09-2015), NOS