jeugdinternational

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeugd·in·ter·na·ti·o·nal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdinternational jeugdinternationals
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jeugdinternationalm

  1. (sport) jonge sporter die uitkomt voor het nationale team dat wedstrijden speelt tegen buitenlandse nationale teams
     Voor dat geld is mogelijk een glimp op te vangen van Elvis Mehanovic, de spits van Tuzla City die praktisch zijn hele jeugd in Nederland doorbracht. Geboren in Sittard, gaan voetballen bij MVV en als jeugdinternational van Oranje al in zijn jonge jaren opgepikt door RC Genk. En na een lange weg nu in Tuzla beland.[1]
     Veel maakte het niet uit want na iets meer dan een half uur spelen stond het al 3-0 voor PSV. De eerste treffer van Ismael Saibari was daarbij de fraaiste. Na een scherp steekpassje van Johan Bakayoko stiftte de Marokkaans jeugdinternational de bal mooi over keeper Nigel Bertrams heen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “AZ bijt namens Nederland het spits af in Europa, kaartjes aangeboden voor 50 cent” (Donderdag 21 juli, 11:28), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Schreuder schaaft verder aan Ajax dat wint van Salzburg, PSV wint Lichtstad-trofee” (Dinsdag 19 juli, 20:30), NOS