involucre

Uit WikiWoordenboek

Engels

enkelvoud meervoud
involucre involucres

Zelfstandig naamwoord

involucre

  1. (beschrijvende plantkunde) involucrum; krans of spiraal van schutbladen rond een bloeiwijze


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
involucrar

involucre

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van involucrar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van involucrar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van involucrar
vervoeging van
involucrarse

involucre

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van involucrarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van involucrarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van involucrarse