intelligentie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tel·li·gen·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord intelligentie intelligenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de intelligentiev

  1. een eigenschap van de werking van de hersenen van mensen met veel verschillende functies
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen