intellectualiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tel·lec·tu·a·li·seert

Werkwoord

vervoeging van
intellectualiseren

intellectualiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intellectualiseren
    • Jij intellectualiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intellectualiseren
    • Hij intellectualiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van intellectualiseren
    • Intellectualiseert!