intellectualiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·tel·lec·tu·a·li·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
intellectualiseren |
intellectualiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intellectualiseren
- Jij intellectualiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intellectualiseren
- Hij intellectualiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van intellectualiseren
- Intellectualiseert!