instouwen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·stou·wen
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van stouw
Werkwoord
instouwen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
instouwen |
stouwde in |
ingestouwd |
zwak -d | volledig |
- iets in een grotere ruimte opbergen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord instouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "instouwen" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be