insinueerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insinueerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·si·nu·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
insinueren |
insinueerde
- enkelvoud verleden tijd van insinueren
- Ik insinueerde.
- Jij insinueerde.
- Hij, zij, het insinueerde.
- Ik insinueerde.