infectieziektebestrijding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·fec·tie·ziek·te·be·strij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord infectieziektebestrijding infectieziektebestrijdingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de infectieziektebestrijdingv

  1. alle maatregelen en organisaties die zich bezighouden met het indammen van een besmettelijke ziekte
    • De afdeling infectiebestrijding van de GGD draaide op volle toeren tijdens de coronapandemie. 

Gangbaarheid

Meer informatie