bestrijding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·strij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestrijding bestrijdingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bestrijdingv

  1. het bestrijden, het tegengaan van iets
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen