infectiepreventie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·fec·tie·pre·ven·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord infectiepreventie infectiepreventies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de infectiepreventiev

  1. (medisch) het voorkomen van het kunnen optreden van infecties
    • De afdeling van infectiepreventie nam een aantal maatregelen om het aantal infecties te verminderen.