indoctrineerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·doc·tri·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
indoctrineren |
indoctrineerde
- enkelvoud verleden tijd van indoctrineren
- Ik indoctrineerde.
- Jij indoctrineerde.
- Hij, zij, het indoctrineerde.
- Ik indoctrineerde.