indoctrineerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·doc·tri·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
indoctrineren

indoctrineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van indoctrineren
    • Ik indoctrineerde. 
    • Jij indoctrineerde. 
    • Hij, zij, het indoctrineerde.