indoctrineren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·doc·tri·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘inprenten (van opvattingen)’ voor het eerst aangetroffen in 1966 [1]
  • afgeleid van het Franse endoctriner (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
indoctrineren
indoctrineerde
geïndoctrineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

indoctrineren

  1. overgankelijk dwingen om bepaalde opvattingen te aanvaarden
    • De Oostbloklanden zijn decennialang geïndoctrineerd met de socialistische heilsleer. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen