includeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·clu·deert

Werkwoord

vervoeging van
includeren

includeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van includeren
    • Jij includeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van includeren
    • Hij includeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van includeren
    • Includeert!