idiosyncratisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • idio·syn·cra·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen idiosyncratisch idiosyncratischer
verbogen idiosyncratische idiosyncratischere
partitief idiosyncratisch idiosyncratischers -

Bijvoeglijk naamwoord

idiosyncratisch

  1. met heel individuele, eigen kenmerken
  2. verband houdend met aangeboren overgevoeligheid voor bepaalde voedings- en geneesmiddelen

Gangbaarheid

51 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen