identiteitsloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- iden·ti·teits·loos
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van identiteit met het achtervoegsel -loos
Bijvoeglijk naamwoord
identiteitsloos
- zonder identiteit, anoniem
- Om privacy overwegingen is het soms goed om identiteitsloos te kunnen zijn.
Gangbaarheid
- Het woord 'identiteitsloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.