hypothese

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·po·the·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘nog te bewijzen stelling’ voor het eerst aangetroffen in 1568 [1]
  • afgeleid van these met het voorvoegsel hypo- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hypothese hypothesen
hypotheses
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hypothesev [3]

  1. veronderstelling die nog niet bewezen is
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen