hulpbetoon

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hulp·be·toon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpbetoon hulpbetonen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hulpbetoono [1]

  1. het aanbieden en verlenen van hulp
     Maar eene andere vraag is het: wijl men niet alles vermag, of men dan niets moet doen? - Haalt een zieke, al weet hij ook dat zijne kwaal ongeneeslijk is, geen geneesheer?' Hij meende met de oprichting van de Vereeniging Hulpbetoon aan Eerlijke en Vlijtige Armoede een geneesmiddel gevonden te hebben.[2]
     Verzetsheld Jan Zwartendijk krijgt vandaag, postuum, de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon in goud. Dat is de oudste en belangrijkste dapperheidsonderscheiding buiten de strijd en is voor het laatst in 1964 toegekend. Demissionair premier Rutte overhandigt de Erepenning vanmiddag aan Zwartendijks kinderen.[3]


Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2024 Weblink bron “Hoogste eer voor Jan Zwartendijk, die duizenden Joden redde” (Donderdag 14 september 2023, 08:02), NOS