hotellift

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·tel·lift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hotellift hotelliften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hotelliftm

  1. personenlift in een hotel
     En dan Olke. Arme, verliefde Olke. Het heeft er alle schijn van dat Sandra een spelletje heeft gespeeld en hij daar de dupe van is. Wat een hete citytrip had moeten worden, is veranderd in Expeditie Zuidpool. Tegen elke willekeurige vreemdeling aan de bar doet Sandra warmer en spontaner dan tegen de boer van wie ze nog geen twee dagen geleden amper kon afblijven. En dan ook nog een aparte kamer eisen. Dat beeld van die grote vriendelijke reus in zijn eentje in de hotellift, op weg naar een leeg bed en - hoe wrang - een lege hottub… Ik had het ook bij hem - juist bij hem - zo graag anders gezien.[2]
     Terwijl de liftdeuren nog open stonden, maar iedereen wel nét was ingestapt, hoorde de groep een enorme knal. Vanaf dat moment veranderde de hotellift in een rollercoaster. ,,Er moet een kabel gebroken zijn, want we zagen van het ene op het andere moment de verdiepingen aan ons voorbij zoeven, vertelt Walgers. ,,De deuren stonden nog open. We hebben nog iemand van onze groep weggetrokken bij die deur, voordat hij achterover naar buiten zou vallen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 oktober 2022 Weblink bron “Kon de timing van Riks nog beroerder?” (16-04-2017), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 oktober 2022 Weblink bron “Nederlandse studenten storten met lift in Brazilië twaalf verdiepingen omlaag” (15-09-2017), Tubantia