hospitalisatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hos·pi·ta·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van hospitaliseren met het achtervoegsel -atie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hospitalisatie | hospitalisaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hospitalisatie v
- (medisch) opneming in een ziekenhuis, ziekenhuisopname
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. opneming in een ziekenhuis
Gangbaarheid
- Het woord hospitalisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hospitalisatie" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ hospitalisatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be