horecagebied

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·re·ca·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord horecagebied horecagebieden
verkleinwoord horecagebiedje horecagebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het horecagebiedo

  1. deel van een stad waar veel horecagelegenheden zoals restaurants en cafés zijn
     Eén van die ondernemers is Stella Heinen. Samen met zakenpartner René Willigenburg gaat zij in recreatiegebied Nieuw Wulven bij Houten een horecagelegenheid en een klimpark neerzetten. Voorheen voer ze op zee, onder meer met haar zelfgebouwde cruiseschip. In Frankrijk bekwaamde ze zich in het bouwen van klimparken. Ook op horecagebied heeft ze ervaring.[1]
     De burgemeester heeft nu een gebiedsverbod opgelegd aan de relschoppers . Ze moeten zolang het WK duurt wegblijven uit het horecagebied in het centrum van Hoogeveen. Ook mogen zij niet in het winkelcentrum komen waar de rellen plaatsvonden.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “'Natuur is leuk, maar je moet er wel koffie kunnen drinken'” (Zaterdag 5 augustus 2017, 07:46), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Nog 5 relschoppers Hoogeveen vast” (Zondag 20 juni 2010, 12:22), NOS