hoofdzuster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoofdzuster (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hoofd·zus·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd en zuster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdzuster | hoofdzusters |
verkleinwoord | hoofdzustertje | hoofdzustertjes |
Zelfstandig naamwoord
de hoofdzuster v
- hoofdverpleegkundige die de baas is van een verpleegafdeling
- De hoofdzuster en de zaalarts zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg aan de de patiënten op de verpleegafdeling van het ziekenhuis.
Gangbaarheid
- Het woord hoofdzuster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.