hoofdeigenaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·ei·ge·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdeigenaar hoofdeigenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoofdeigenaarm

  1. belangrijkste eigenaar van iets
     Gyllenhammar, baas van het kroonjuweel van de Zweedse industriewereld, Volvo. Samen met de hoofdeigenaar en baas van de kleine penicillinefabriek Fermenta bij Strângnâs.[1]
     Eind 2011 beschuldigde BP, de hoofdeigenaar van de Deepwater Horizon, Halliburton al van het vernietigen van bewijsmateriaal, zoals testresultaten en cementmonsters. Die zouden onder meer aantonen dat Halliburton verkeerde adviezen aan BP heeft gegeven.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “Bekentenis olieramp Golf v. Mexico” (Vrijdag 26 juli 2013), NOS